Wanneer je werkt in of met teams, heb je regelmatig te maken met groepsgedrag. En dat is eigenlijk een fascinerend fenomeen. De groepsdynamica bestudeert het gedrag van mensen in kleine groepen. Nu wordt het gedrag van ieder mens uiteraard sterk sociaal bepaald door de groepen waarin hij of zij vroeger heeft gefunctioneerd.
Veel van ons hedendaags gedrag in groepen valt terug te herleiden naar het gedrag dat we vertoonden in het eerste team waar we deel van uit maakten, namelijk onze familie, ons gezin van herkomst. Of denk bijvoorbeeld aan de sportverenigingen waar je deel van uitmaakte, de plek die je innam in de klas op school. Welke wereld- en mensbeelden waren vroeger dominant in je omgeving van herkomst? Dat zal ongetwijfeld op een bepaalde manier merkbaar zijn in ons groepsgedrag vandaag de dag. Wanneer we bijvoorbeeld vroeger thuis veel ruimte hebben ervaren om bijvoorbeeld jezelf te ontplooien, je eigen mening te geven, deel te kunnen nemen aan het gesprek etc., zal dit soort gedrag ook zichtbaar zijn in je reguliere groepsgedrag nu. En wanneer we bijvoorbeeld juist een wat meer teruggetrokken rol hebben ingenomen in het gezin thuis, om wat voor reden dan ook, dan zet je dit gedrag doorgaans door wanneer je vervolgens in je professionele leven deelneemt in andere groepen.
In ons mensen is een soort innerlijke spanning ingebouwd tussen enerzijds onze individuele uniekheid, en anderzijds onze behoefte als sociaal wezen ergens bij te horen, en dat noodzaakt tot een zekere aanpassing. De literatuur in de hulpverlening is er helder over dat in wezen alle problemen in relaties te maken hebben met de spanning tussen deze twee aspecten. Je zou een denkbeeldige lijn kunnen tekenen met aan de ene kant ‘volkomen individualiteit’ of ‘autonomie’ en aan de andere kant ‘volkomen verbondenheid’. Wanneer je te veel en te vaak aan de ene zijde functioneert, gaat dat ten koste van de verbinding met de ander. En wanneer je te veel en te vaak aan de andere zijde functioneert, ben je volkomen in verbinding, maar gaat dat vaak weer ten koste van je eigenheid. Dat geldt in allerlei relaties, of ze nu zakelijk & professioneel zijn of persoonlijk & vriendschappelijk. De uitdaging zit er dan in om in overleg of onderhandeling daarin een optimale samenwerking of samenleving te kunnen bewerkstelligen. Feitelijk gaat het daarbij dus over goed ‘contracteren’ met elkaar. Daarover heb ik recent een aparte blog geschreven.
In feite kunnen we stellen dat we ons leven op de een of andere manier eigenlijk altijd wel in groepen doorbrengen. Dat betekent dat een zekere innerlijke spanning tussen onze individualiteit en de noodzaak tot sociale aanpassing zich steeds weer voordoet wanneer we deelnemen in groepen. Overtuigingen van groepsleden kunnen botsen, emotionele belevingen verschillen en tegelijk hebben we behoefte aan erkenning van ons zijn, van onze opvattingen, van onze deskundigheid en inbreng.
In coaching en training maak ik geregeld mensen mee die worstelen met deze spanning tussen individualiteit en sociale aanpassing. En wie herkent dit niet van tijd tot tijd? In mijn begeleiding hanteer ik tegenwoordig de termen “me-time” en “we-time”. Het is volgens mij volkomen gezond wanneer we ons, nadat we een tijd verbonden zijn geweest met anderen in “we-time”, we ons ook weer mogen terugtrekken in “me-time”. Daarmee bedoel ik niet zo zeer aan te sluiten op de huidige individualiseringstendens in onze ‘selfie’-samenleving, die wat mij betreft soms ook wel behoorlijk doorslaat; alsof wij als individu het centrum van het universum zijn en alsof alles om onze individuele doorontwikkeling zou moeten gaan! Tegelijk, voldoende ruimte voor persoonlijke autonomie is absoluut nodig en gezond.
Wat gebeurt er nu eigenlijk wanneer mensen samenkomen om in een groep activiteiten te ondernemen? Elke groep functioneert dan tegelijkertijd op twee niveaus: een taakniveau en een sociaal-emotioneel niveau, schrijft Jan Remmerswaal in zijn uitgebreide en uiterst leesbare “Handboek Groepsdynamica. Een inleiding op theorie en praktijk”. Beide niveaus zijn tegelijkertijd aanwezig als twee keerzijden van een en dezelfde munt. Taak en emotie zijn dus altijd aanwezig in elke groep, dus ook bijvoorbeeld in afdelingsteams, crisisteams, in managementteams en projectteams.
En waar mensen in groepen samenkomen, vindt interactie plaats. Groepsleden communiceren met elkaar (verbaal en nonverbaal), reageren op elkaar, komen tot gezamenlijke probleemverkenning of analyseren, stemmen beelden op elkaar af, komen tot besluitvorming, maken afspraken, controleren uitgevoerde acties etc. Allemaal voorbeelden van interactie. Iemand die daar veel over geschreven heeft, is Robert Freed Bales. Zijn ontwikkelde driefasenmodel (oriëntatiefase, evaluatiefase en controlefase) is later vooral in veiligheidsland bekend geworden onder het BOB-model (Beeldvorming, Oordeelsvorming en Besluitvorming).
Interactie is een belangrijk hoofdthema in de groepsdynamica. Andere onderwerpen die de groepsdynamica bestudeert zijn: Communicatie, Besluitvorming, Leiderschap, Interpersoonlijke attractie (sympathie en antipathie tussen personen), Feedback, Groepsdunk, Groepsdruk etc.
Samenwerking tussen mensen brengt geregeld wat spanning met zich mee; word ik voldoende gezien in mijn waarde? Geef ik nu teveel toe aan de ander? Waarom voert hij of zij altijd het hoogste woord? Hoe komt het toch dat ik me aan hem of haar zo snel irriteer? We hebben het dan vaak over ‘bovenstroom’ en ‘onderstroom’; dat wat tastbaar en direct zichtbaar is gaat over de ‘bovenstroom’. Dat wat weliswaar voelbaar, maar niet altijd direct aanwijsbaar of bespreekbaar is, gaat over de ‘onderstroom’. Hoe kunnen we hierin een weg vinden om daarmee in teamfunctioneren goed om te gaan? Het concept van Team Resource Management (TRM) kent daarvoor een goed bruikbare aanpak. Over TRM heb ik in een andere blog uitgebreider geschreven. TRM werkt vanuit het besef van de aanwezigheid van groepsdynamica.
Groepsdynamica is een fascinerend en altijd aanwezig fenomeen wanneer er in groepsverband wordt gefunctioneerd. Niet altijd en ook niet voortdurend zijn we ons daar als deelnemers voldoende van bewust. Maar meer bewustheid ervan kan je veel opleveren in groepsverband en je teamfunctioneren een stuk effectiever maken! En soms vinden we het gewoon ‘te soft’ om daarover te praten of aandacht aan te besteden… Dan doen we gewoon alsof het er niet is.
Voor teamcoaches en groepsbegeleiders is dat natuurlijk geen optie; voor hen is het een must door de bril van groepsdynamica te kijken naar dat wat in teamprocessen (en vooral ook tussen de individuele leden!) gebeurt. En daarnaast ook blijvend boeiend en altijd weer nieuw ;-).
Wilt u meer weten over de toepassing hiervan in uw organisatie? Neem contact met me op!
[et_social_share]